Industrieel modulair bouwen

deeloplossing voor meerdere problemen

Interview Peter Cornielje en Boaz de Boer

Bij industrieel modulair bouwen worden woningen in de fabriek als modules gebouwd en op locatie in elkaar gezet. Dat zijn allang niet meer de sobere ‘containerwoningen’, maar kwalitatief goede en mooie appartementen in vele soorten en maten. De voordelen zijn enorm, weet commercieel directeur Boaz de Boer. “In de eerste plaats is dat de snelheid. Zeker bij Ursem ligt die dankzij geavanceerde technieken bijzonder hoog. Wij zijn een van de weinige producenten bij wie de machines in de fabriek direct worden aangestuurd door de tekeningen. Bovendien werken wij met een lopende band. Het stelt ons in staat om per dag vier modules te produceren.” Maar er zijn meer voordelen. Bouwen in de fabriek betekent bouwen onder optimale condities. Last van wind en regen heb je er niet. Dat maakt het gemakkelijk om de kwaliteit van het werk te borgen. En zodra de modules naar locatie gaan, verrijst daar binnen een paar weken een compleet gebouw. Andere koek dan de vele maanden of soms zelfs langer, die daar bij traditionele bouw mee gemoeid zijn. “Er is op de bouwplaats dus veel minder lang overlast”, aldus Boaz. “Zowel in termen van lawaai en bouwverkeer als uitstoot. Dat laatste betekent ook een grote plus in het kader van de stikstofproblematiek.” Vierde voordeel: industriële woningbouw omzeilt de schaarste aan technische vakmensen. Anders dan op de traditionele bouwplaats zijn aan de lopende band in de fabriek van Ursem geen allround timmerlieden nodig, maar medewerkers die bepaalde taken goed kunnen uitvoeren. “De personeelsvijver waarin wij vissen, is daarmee behoorlijk groot.”

Singles en kleine gezinnen

Over groot gesproken: modulaire woningen hoeven niet klein te zijn. De 44 appartementen van De Tramhalte, gebouwd rondom een ruime binnentuin, variëren in vloeroppervlak van 63 tot 77m². Ze bestaan simpelweg uit twee modules, die op locatie met een grote opening naar elkaar toe gekoppeld worden. De woonkamer loopt over de hele breedte van beide modules. Dankzij de vele vierkante meters zijn de woningen van De Tramhalte niet alleen geschikt voor een- en tweepersoonshuishoudens, maar ook voor kleine gezinnen. Het complex vormt daarmee een mooi voorbeeld van de vele mogelijkheden die deze manier van bouwen biedt. Daarvan was opdrachtgever Wooncompagnie zich zeer bewust, dankzij de ervaringen die deze woonstichting met Heddes, Ursem en Schouten opdeed bij het eerdere project Regioplein, eveneens in Schagen. Projectontwikkelaar Peter Cornielje van Wooncompagnie: “Regioplein was ons eerste project met modulaire woningen. De ervaringen waren positief, zowel van ons als opdrachtgever als van de bewoners. Dat smaakte naar meer. Dus voor De Tramhalte heb ik op basis van Regioplein zelf de hoofdlijnen op papier gezet, inclusief de modules die we wilden. Daarna ben ik met mijn tekeningen naar Heddes gestapt met de vraag: kunnen jullie dit maken?” Het antwoord luidde bevestigend. Peter is een groot voorstander van conceptueel, industrieel en modulair bouwen. Hij sluit zich daarbij grotendeels aan bij de eerdergenoemde voordelen. “We zijn de aarde aan het uitputten. Daarom is het belangrijk om biobased materialen te gebruiken, en ook in te zetten op circulariteit door middel van losmaakbaarheid en verplaatsbaarheid van alle elementen waaruit het gebouw bestaat.” Daarmee, zo weet Peter, komen projecten in aanmerking voor de Milieu Investeringsaftrek (MIA). Ook bij De Tramhalte is dat gelukt. “Heddes heeft zich daar flink voor ingespannen, door toepassing van biobased materialen en FSC-hout, plus het aanleveren van alle voor de MIA benodigde documentatie.”

Steeds duurzamer

Voor Boaz valt Wooncompagnie onder de noemer ‘ultieme klant’. “Peter kende ons product en is er zelf mee gaan puzzelen voor een nieuw project. Hij informeerde daarbij naar nieuwe mogelijkheden, zoals de toevoeging van een grote bamboegevel. Wij hebben daarnaar gekeken en het bleek mogelijk te zijn. Het is een duurzame oplossing, want bamboe is biobased materiaal. Het groeit namelijk weer terug, dus je onttrekt geen grondstoffen aan de planeet. Sowieso proberen wij ons product zo duurzaam mogelijk te produceren: 75% van onze modules bestaat uit hout. Daarnaast is het project zelf ‘all electric’, met warmtepompen en zonnepanelen voor de energieopwekking. Een volgende stap die we willen zetten is de verduurzaming van het isolatiemateriaal. Daar hopen we biobased grondstoffen als lisdodde en vlas voor te gaan gebruiken.” Zo draagt industrieel, modulair bouwen bij aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Maar het levert natuurlijk ook een bijdrage aan een ander groot maatschappelijk probleem: het woningtekort. Nederland heeft ruim 100.000 woningen per jaar nodig, maar dat aantal wordt voorlopig niet gehaald door vele vertragende factoren, stijgende kosten en de eerder genoemde stikstofproblematiek. Vormt industrieel, modulair bouwen dé oplossing om veel van deze problemen te tackelen? “Je kunt niet zeggen dat het dé oplossing is. Maar door de productiesnelheid en de geringe uitstoot vormen wij wel degelijk een deel van de oplossing voor het woningtekort.” Voor Boaz persoonlijk voelt het op zijn beurt goed om daar deel van uit te maken. “Wij zijn ook in staat om exclusieve woningen te maken, maar het gros bestaat toch wel uit woningen voor de sociale sector. Dus die bouwen we voor mensen die geen onbegrensde middelen hebben, maar evengoed een dak boven hun hoofd willen hebben. Ik vind het fijn dat wij kunnen helpen om in die behoefte te voorzien.”

Meedenken

Namens Wooncompagnie is ook Peter blij met de nieuwe woningen. “Onlangs sprak ik een huurder die binnenkort in De Tramhalte gaat wonen. Ze vertelde dat ze 28 was en tot nu noodgedwongen thuis bij haar ouders woonde. Na 10 jaar inschrijving had ze nu eindelijk een zelfstandige woning. Toen dacht ik: daar doen we het voor!” Ook het hele proces is Peter goed bevallen. Hij voelde zich als opdrachtgever verweven in het bouwteam met Heddes, Ursem en Schouten Techniek. “Je doet het echt samen. En ondanks dat je een bestaand product koopt, is men bereid om met je mee te denken. Zo waren de balkondeuren oorspronkelijk naar binnen draaiend. Dat wilden wij liever niet. Want de draaicirkel neemt dan binnen ruimte weg. Bovendien betekent het bij regen dat het vocht op de vloer van de woning druppelt zodra je die deur opendoet. Uit ervaring weten wij dat huurders daarover gaan klagen. Ik weet dat andere systeembouwers in zo’n geval zeggen: dat kan niet anders, want dan past het niet in ons systeem. Maar na wat gesteggel in een prettige sfeer hebben Heddes, Ursem en Schouten hun systeem voor ons aangepast. De balkondeuren draaien nu naar buiten open.”

Structurele positie

Wooncompagnie trekt met enkele andere woningcorporaties in de Noord-Holland Bouwstroom op met gemeenten om een stroom aan projecten op gang te brengen. Daarbinnen worden toezeggingen gedaan over bestellingen bij modulaire bouwers. Voor Ursem leidt dat momenteel onder meer tot projecten zoals 72 appartementen in Assendelft, 200 woningen naast de Gaasperdammertunnel en 360 woningen nabij de Amsterdam Arena. Boaz: “NH Bouwstroom vormt een hele grote pijplijn, met een flinke stroom aan bouwprojecten. Zo verwerft modulair bouwen een structurele positie in de bouwsector. Het wordt steeds serieuzer genomen. De volumes nemen toe, met project overstijgende bestellingen. Daardoor lonen de investeringen voor modulaire bouwers, en nemen de kosten per eenheid af. Er zullen steeds meer aanbieders komen. Dat is goed voor onze branche, maar wij willen daarin natuurlijk wel onze goede positie behouden. Daarom zullen we blijven innoveren, verduurzamen en investeren in een betere betaalbaarheid voor de klant.”

Industrieel en modulair bouwen lijkt de wind dus in de zeilen te hebben. Ook omdat een belangrijke drempel, de goedkeuring van Welstandscommissies, steeds beter genomen wordt. “Bij vergunningaanvragen toonde de Welstand zich bijzonder kritisch ten aanzien van de visuele kwaliteit van modulaire woningen”, vertelt Boaz. “Maar men stelt zich inmiddels steeds constructiever op. Dat komt mede doordat wij er steeds meer aandacht aan besteden. Zo werken wij veel samen met het gerenommeerde bureau Uytenhaak + partners architecten. Op die manier vorm je een goede gesprekspartner voor Welstand, en laat je zien dat je ook het esthetische aspect van modulaire woningbouw serieus neemt. Zo komen we langs meerdere wegen tot een steeds mooier, beter, duurzamer en betaalbaarder product.”

 

Team modulair bestaat uit Ursem Modulaire Bouwsystemen, Schouten Techniek en Heddes Bouw & Ontwikkeling.

 

Dit interview is gepubliceerd in het Annual report Ballast Nedam 2023. Klik hier voor het volledige rapport.